De Review Board – Even voorstellen | Daphne van Rhee

3 juli 2019

De negen leden van de Review Board beoordelen of sociale ondernemingen toegelaten worden tot het Register Sociale Ondernemingen. Maar wie zijn die leden en wat doen ze? Deze maand gaan we in gesprek met Daphne van Rhee, beleidsadviseur sociaal ondernemerschap bij de Gemeente Utrecht.

Wie ben je en wat is je rol binnen de gemeente Utrecht?

Ik ben Daphne van Rhee en werk op dit moment als beleidsadviseur voor sociaal ondernemen en eenzaamheid bij de gemeente Utrecht. Al sinds de middelbare school ben ik sterk geïnteresseerd in de maatschappij en algemene ontwikkeling. Na een studie bestuurskunde begon ik in 2005 als stagiaire bij de gemeente Utrecht, na een korte break om te reizen werd de stage een baan als beleidsadviseur Sportstimulering. En daarna ben ik nooit meer weggegaan. Tegenwoordig ben ik de trekker op het thema van sociaal ondernemerschap.

Waar hou je je als beleidsadviseur mee bezig?

Als beleidsadviseur bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling houd ik me bezig met verschillende beleidsvelden, zoals sociaal ondernemerschap en overheidsparticipatie. In dit kader ben ik met een collega op dit moment o.a. verantwoordelijk voor de Utrechtse Right to Challenge: de mogelijkheid voor bewoners om de overheid uit te dagen. Deze bewoners zien dat ze iets beter of goedkoper kunnen dan de overheid en de gemeente helpt ze vervolgens met het verder brengen van hun initiatieven. Met name op het gebied van het samenwerken om structureel taken over te nemen. Sociaal ondernemers doen eigenlijk hetzelfde; ze zetten de gemeente op scherp en dragen tegelijkertijd bij aan de maatschappij. De komende jaren worden sociaal ondernemers en de verschillende stakeholders in het ecosysteem betrokken bij het aanbrengen van focus op onze inzet, zodat er meer zal worden samengewerkt en de herkenbaarheid van sociaal ondernemerschap in Utrecht wordt vergroot. Er is nu gekozen voor de meeste inzet op sociaal inkopen, social return en de innovatiekracht van sociaal ondernemers optimaal benutten door hen mee te nemen in ‘sociale deals’.

Wat was de aanleiding van de gemeente om aan de slag te gaan met sociaal ondernemen?

Sociaal ondernemen was een paar jaar geleden nog een erg nieuw onderwerp en we zagen dat er verschillende bewegingen opkwamen binnen Utrecht en in andere steden. Daarom wilden wij ontdekken wat de mogelijkheden vanuit de gemeente waren door gewoon ergens mee te beginnen. Dit resulteerde o.a. in de social impact bonds, een financieringsinstrument waarbij private partijen investeren in Utrechtse sociale ondernemingen en de stichting Social Impact Factory. Met de lessen die we hieruit gehaald hebben ligt de focus in de komende jaren meer op sociale inkoop en het koppelen van sociale ondernemingen aan het bedrijfsleven.

Hoe ben je in aanraking gekomen met de Code?

Vanuit mijn rol bij de gemeente stond ik al eerder in contact met Social Enterprise NL. Er zijn maar weinig gemeenten die een beleidsadviseur voor sociaal ondernemen hebben en via de G4 (Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag) ben ik goed op de hoogte van ontwikkelingen vanuit de overheid. Eind vorig jaar was de Review Board op zoek naar iemand met zo’n achtergrond en omdat het goed aansluit op mijn werk heb ik ja gezegd.

Wat is volgens jou het belang van de Code?

De Code is een sterk initiatief omdat het uit de sector zelf komt. We zijn nog zoekende naar hoe de gemeente zich hier tot moet verhouden. Wat de juiste acties zijn is nog wel een vraagstuk. Het stimuleert Utrecht en andere gemeenten om na te denken over hoe we dit soort ontwikkelingen het beste kunnen stimuleren.

Wat is jouw rol binnen de Review Board? Waarom doe jij dit?

Mijn rol is een stukje overheidsexpertise in de groep brengen. Niet alleen expertise op lokaal niveau, maar ook tussen de verschillende gemeenten en op nationaal niveau. Aansluiting vinden bij nieuwe gemeenten is bijvoorbeeld makkelijker als je hoort dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat er ook enthousiast over is. En tussen de vier grote gemeenten wordt er vaker vergaderd over het stimuleren van sociaal ondernemerschap, en vervolgens actie ondernomen met het organiseren van de Impact Days. Dit soort ontwikkelingen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de Code.

Hoe verwacht je dat de Code zich zal ontwikkelen in de toekomst?

Op een gegeven moment zal er een vliegwieleffect ontstaan, omdat meer sociaal ondernemers willen bijdragen aan de ontwikkeling van de sector. Sociaal ondernemerschap in Nederland heeft een meerwaarde en de overheid zal adequaat moeten reageren om hier een bijdrage aan te leveren.