Implementatie: de waarde van registreren, reflecteren en samen leren

15 juli 2022

Hoe helpen de principes van de Code je om je impact te beschermen en te versterken? Eerder in deze serie behandelden we al het vastleggen van je missie, het gesprek met je stakeholders en het belang van een afgewogen financieel beleid. In dit artikel bespreken we het vierde principe, namelijk implementatie: registreren en reflecteren. Waarom is stilstand voor een sociale onderneming écht achteruitgang? En waarom hebben we elkaars kritische blikken nodig om de sector te versterken?

Je hebt het al eerder kunnen lezen: de principes van de Code zijn bedoeld om de erkenning en herkenning van sociale ondernemingen te bevorderen. Het kenmerk van sociale ondernemingen is dat geld en bezit slechts middelen zijn om hun werkelijke kapitaal te realiseren: impact. Je hebt ook kunnen lezen dat de waarde van die impact steunt op de geloofwaardigheid ervan – geloofwaardigheid waar alle principes van de Code aan bijdragen.

Een onafhankelijk oordeel

Je inschrijven voor het Register van de Code Sociale Ondernemingen, al dan niet voorafgegaan door het Leertraject, is de ultieme manier om je aan de Code te verbinden. Toelating betekent immers een objectieve en deskundige bevestiging van buitenaf dat je inderdaad aan de principes voldoet. Je hebt je namelijk onafhankelijk laten beoordelen, adviseren en begeleiden door het Team Beoordelaars, dat volledig bestaat uit professionals van PwC. Op basis van hun adviesrapport besluit de Review Board uiteindelijk over je toelating.

Hiermee ben je voor anderen geen slager die z’n eigen vlees keurt, maar heb je een onafhankelijk oordeel in handen dat je daadwerkelijk impact first bent. Daarmee versterk je de geloofwaardigheid van je impact enorm – en dus van je kapitaal.

Stilstand is achteruitgang

Zodra je bent toegelaten, is dat natuurlijk een feestelijk moment. Maar het betekent niet dat je erna achterover kunt gaan leunen. Zo is er na drie jaar een hertoetsing; als daaruit blijkt dat je niet meer aan de principes voldoet, kun je weer uit het Register geschrapt worden.

Misschien wel belangrijker is dat de sector van sociale ondernemingen nog zo nieuw en in ontwikkeling is, dat stilstand meer dan elders échte achteruitgang betekent. In de eerste plaats voor jezelf: alle begin is immers moeilijk, dus de kans is groot dat je nog heel veel kunt verbeteren aan het meten en rapporteren van je impact, de wijze waarop je met je stakeholders in dialoog gaat, en alle andere aspecten die bij sociaal ondernemen komen kijken.

Dat kan om verschillende redenen vervelend uitpakken. In het slechtste geval zou je het zelf niet in de gaten kunnen hebben dat je negatieve impact maakt. Je hebt bijvoorbeeld geen idee van de milieuschade die door jouw activiteiten ontstaat. Of je hebt niet in beeld dat de banen die je creëert voor mensen met een arbeidshandicap, elders tot verdringing op de arbeidsmarkt leiden. Voor een sociale onderneming is zoiets een groot probleem, want impact is tenslotte je kapitaal – als je negatieve impact maakt zonder het door te hebben, lijd je ongemerkt verlies. Het laatste dat je in zo’n situatie wilt, is dat je denkt dat het allemaal wel goed zit, niets verbetert en pas als het veel te laat is je negatieve impact opmerkt.

Elkaars stakeholders

Zulke stilstand is ook voor de sector als geheel achteruitgang. In een eerder artikel in deze reeks schreven we al het volgende: “Termen als ‘sociaal ondernemen’ en ‘sociale impact’, de principes die daarbij horen en de methoden om impact te meten, krijgen […] alleen écht betekenis als genoeg mensen ze onderschrijven.” Sociale ondernemingen spelen daarin een grote rol. Wij geven met elkaar namelijk handen en voeten aan die betekenis. Alleen als we dat geloofwaardig doen, zullen we anderen daarin meekrijgen.

Maar vertrouwen komt, zoals het cliché luidt, te voet en gaat te paard. Het is lang en hard werken om de betekenis van wat we doen geloofwaardig over te brengen. Andersom hoeven maar een paar prominente sociale ondernemingen het vertrouwen van hun stakeholders te beschadigen – bijvoorbeeld omdat ze de principes aan hun laars lappen of omdat een grote negatieve impact aan het licht komt ­– en de geloofwaardigheid van de hele sector krijgt een klap, hoe oneerlijk dat ook is. 

Omdat we allemaal aan het vertrouwen in de sector bijdragen en erdoor beïnvloed worden, zou je sociale ondernemingen eigenlijk als elkáárs stakeholders kunnen beschouwen. Als we op een positieve manier bij willen dragen, moeten we met elkaar de betekenis van sociaal ondernemen onderschrijven en versterken – door steeds beter de principes die erbij horen toe te passen. Daarvoor hoeven we zeker niet allemaal het wiel opnieuw uit te vinden, maar er is ook ruimte nodig voor de onvermijdelijke en hoognodige voortschrijdende inzichten.

Die inzichten verwerf je alleen door met een kritische blik naar je activiteiten te kijken. Daarbij is, naast je eigen blik, het perspectief van anderen onmisbaar. Als we alleen met eigen ogen naar onze ondernemingen kijken, zullen we namelijk altijd dingen over het hoofd zien. We hebben elkaar dus nodig om scherp te blijven en te reflecteren op wat we doen. Zo dragen we gezamenlijk bij aan de geloofwaardigheid – en daarmee de waarde – van de impact die we maken.

Peer review

Een van de manieren om te reflecteren, is de peer review waar iedere geregistreerde onderneming na een à twee jaar aan meedoet. Je gaat met twee geselecteerde collega-ondernemers, oftewel je peers, in gesprek over de wijze waarop je de principes van de Code toepast – en vooral over wat je daarin kunt verbeteren. Op een ander moment zal je zelf als peer van een collega optreden.

Een waardevol proces, zo zegt Jolijn Creutzberg van Vanhulley: “Al in de voorbereiding merkte ik hoe goed het was om verschillende onderdelen en principes langs te lopen en weer scherper te krijgen.” De tips en inzichten die ze kreeg van collega-ondernemers Jorrit Looijenga van Not For Sale en Youp Meek van Sheltersuit, hebben geleid tot een ontwikkelplan dat als basis dient voor de volgende review. En ook de reviewers zelf vinden het proces prettig. Zo vertelt Jack ’t Mannetje van Play to Work over zijn review van collega MEO: “Normaal gesproken ben ik de hele dag met de uitdagingen van Play to Work bezig. Het was erg leerzaam om een keer mee te kijken met de uitdagingen van een andere sociale organisatie en welke oplossingen zij daarvoor hebben gevonden.”

En natuurlijk hoef je niet te wachten tot die peer review om met andere sociale ondernemingen in gesprek te gaan. Neem ook vooral zelf het initiatief om collega’s op te zoeken, bedenk wat je voor elkaar kunt betekenen en draag dat uit – bijvoorbeeld in je impactrapportages, op sociale media, evenementen of waar dan ook. Want uiteindelijk hoeven sociale ondernemingen niet elkaars concurrenten te zijn. Integendeel: hoe sterker de sector staat, hoe meer impact we maken. En hoe geloofwaardiger die impact is, hoe meer we met zijn allen écht van waarde zijn. 

Foto: Foenix

Contact
Cabralstraat 1
  1057 CD Amsterdam
  Route
088 505 4352
info@codesocialeondernemingen.nl

 

KvK nummer: 73405183

Privacy statement

Disclaimer

Blijf op de hoogte.
Ontvang de nieuwsbrief!

Dit formulier wordt niet ondersteund door Internet Explorer.